Vijf vragen aan... onze olympiërs
Richard Murray, Rachel Klamer, Barbara de Koning en Mitch Kolkman staan aan de vooravond van de Olympische Spelen in Parijs. De redactie van Transition legde de vier triatleten vijf vragen voor.
Hoe ziet jouw ideale voorbereiding op de wedstrijddag er uit?
Richard: “Ik wil altijd vier uur voor de start opstaan en ga dan eerst een kwartiertje hardlopen. Drieënhalf uur voor de start eet ik, en twee uur voor de start wil ik op het parkoers zijn. Ik wil altijd ruim op tijd zijn, zodat ik genoeg tijd heb om mijn warming-up te doen en in te checken.”
Rachel: “Afhankelijk van hoe ik mij voel, loop ik ’s ochtends circa tien minuten los, en ga uiterlijk drie uur voor de wedstrijd ontbijten. Als het heel warm is, of als het juist regent, dan ga ik later naar de start. Voor het inchecken doe ik nog een korte fiets warming-up en daarna een loop- en zwemwarming-up. Als de wedstrijd ‘s avonds is, dan doe ik overdag nog wat, zoals een stukje rustig fietsen. Dat is om de dag door te komen.”
Barbara: “Elke wedstrijd is anders en dus is mijn voorbereiding is ook altijd een beetje anders. Maar ik heb altijd dezelfde voeding voor de race, ik doe mijn warming-ups en dan ben ik klaar om te racen.”
Mitch: “Het liefst race ik rond het middaguur, zodat ik rustig kan wakker worden en ontbijten. Voor de start loop en fiets ik wat los en probeer ik zo lang mogelijk ontspannen te blijven door hier en daar wat grapjes te maken. Twee uur voor de wedstrijd gaat dan de knop om en ben ik in wedstrijdmodus.”
Heb je bepaalde rituelen of bijgeloof?
Richard: “Ik heb geen echte rituelen. Wel zeg ik altijd tegen mezelf dat ik van de dag moet genieten, of het nu goed gaat of niet.”
Rachel: “Mijn vaste voorbereiding kun je inmiddels wel een ritueel noemen.”
Barbara: “Voor elke wedstrijd vlecht ik mijn haar in en lak ik mijn nagels. Verder heb ik niet echt strikte rituelen, omdat elke wedstrijd anders is en ik denk dat je je daaraan moet aanpassen.”
Mitch: “Voor de wedstrijd kus ik altijd mijn ketting die van mijn oma is geweest en kijk ik even naar boven. Mijn oma, die het heel erg mooi vond dat ik op hoog niveau sportte, heeft twee jaar geleden euthanasie ondergaan en ik mocht als herinnering een van haar sierraden uitzoeken. Het is mijn lucky charm.”
Wie spreek je het liefst nog even voor de start?
Richard: “Ik spreek het liefst met mijn coach of met andere atleten. Ik maak grapjes of klets over het weer.”
Rachel: “Ik spreek altijd even met mijn vader en met mijn coach Louis Delahaije. Louis kent mij al jaren en voelt goed aan hoe ik er voor sta. Mijn vader luistert gewoon naar mijn geklets of gedachten.”
Barbara: “Vlak voor de wedstrijd hoef ik niemand specifiek te spreken, omdat ik me op dat moment graag op mezelf, mijn processen en de voorbereiding op de race concentreer.”
Mitch: “Niet mijn ouders, want die zijn altijd erg gestrest, dus die spreek ik ruim van te voren. Het liefst praat ik met mijn coaches Jelmer van Waveren en Marcel Wouda, of onze fysiotherapeut Edwin Meulenberg.”
Wie inspireert jou?
Richard: “Ik heb niemand nodig om me te inspireren. Ik doe deze sport al zolang en ben heel gelukkig dat ik dit mag doen.”
Rachel: “Niemand zou ik in eerste instantie zeggen. Ik doe mijn eigen ding en doe dit omdat ik dat wil. Als ik iemand zou moeten kiezen dan zou het mijn moeder zijn. Die was goed voor anderen en leerde mij te zijn wie ik ben en te doen wat ik graag doe.”
Barbara: “Tijdens mijn sportcarrière tot nu toe heb ik al veel inspirerende atleten ontmoet. Eén daarvan is Flora Duffy, meervoudig wereldkampioen en huidig olympisch kampioen. Haar racestijl is erg inspirerend en ondanks al het succes dat ze heeft behaald, is ze helemaal bescheiden gebleven. Dat vind ik heel belangrijk.”
Mitch: “Ik ben al van jongs af aan fan van tennisser Rafael Nadal, vanwege zijn vechtlust, doorzettingsvermogen en mentale kracht. Ik hoop dat ik hem in Parijs tegen het lijf loop.”
Wat is jouw guilty pleasure?
Richard: “Als een wedstrijd heel goed is gegaan, eet ik graag een hamburger of Kentucky Fried Chicken.”
Rachel: “Chocola. Wanneer ik maar wil.”
Barbara: “Die heb ik niet. Ik heb veel verschillende genoegens, maar ik koppel ze niet aan het verdienen ervan en ik voel me er zeker niet schuldig over.”
Mitch: “Ik vind een koud colaatje na een zware training echt heerlijk en die verdien ik bijna iedere dag wel.”
Marcia Jansen
Schrijft voor Transition over een breed scala aan onderwerpen, van gezondheid en training tot triathlon als lifestyle en interviews.
Nog niet
ingeschreven?
De redactie van Transition houdt jou graag op de hoogte van nieuwe artikelen, tips van onze Makers en sneak previews van nieuwe edities van het online magazine.
Deel dit artikel